Mijn basiskamp lag net boven Ossendrecht op de rand van de Wal, met N2000-gebied in de rug en uitzicht over akkers en kleipolders direct voor mijn neus. Vanaf de tuinbank zag ik die week het proces van de volle grond groenteteelt zich voltrekken: Ploegen, egaliseren, bemesten en het poten van zaailingen. Op een naastgelegen akker werd ondertussen elke dag een deel van de ijsbergsla door arbeidsmigranten geoogst. Direct in de zwarte kratten die de volgende dag in de supermarkt liggen.
Fietstochten door de polders wisselde ik af met wandelingen door bossen en duinen. De verschillen in het landschap zijn fascinerend. De zandvlakten van de Ossendrechtse duinen bijvoorbeeld en de groen omzoomde vennen daar omheen. Lepelaars die samen met witte reigers fourageerden bij Kleine Meer. Het Grenspark dat vanaf de brandtoren op een Afrikaanse steppe leek. De streep die de leidingenstraat door het landschap heeft getrokken.
Onderweg maakte ik een praatje met mensen die ik zoal tegenkwam: een loonwerker, een vrijwilliger van het grenspark, een gepensioneerde boer en een horecaondernemer. Ze hadden allemaal hun eigen verhaal over hoe het leven is op de Brabantse Wal.
Dit uitgebreid veldbezoek heeft mijn kijk op de Brabantse Wal enorm verbreed en helpt mij om de drijfveren van de gebiedspartners beter te begrijpen. Gebiedsgericht werken betekent het gebied ook begrijpen, in al zijn facetten. Daar moet je moeite voor doen, maar als gebiedsmanager voelde ik me direct rijker!
Hans Büchi
Gebiedsmanager Brabantse Wal