‘Met koerswijziging in Den Haag veranderen de opgaves voor de Brabantse Wal niet’

14-10-2024
86 keer bekeken

Hoe houden we de lucht, de bodem en het water schoon op de Brabantse Wal? Een rapport van de gebiedsgerichte aanpak Brabantse Wal moet daar antwoord op geven. Sinds dit voorjaar is het aan gebiedsmanager Hans Büchi om te zorgen dat alle partijen met de neuzen dezelfde kant op staan.

Bekijk het interview bij Zuidwest TV

Zuidwest TV interviewde Büchi aan de rand van Ossendrecht met uitzicht op polders met daarachter de snelweg, windmolens en het havengebied van Antwerpen. Op de achtergrond ligt akkerbouwgrond aan de rand van een bos dat tevens waterwingebied is. Tijdens het gesprek passeren scholieren, forenzen en toeristen op de fiets en een enkele keer vliegt een helikopter over. De plek is niet toevallig gekozen. “Je ziet eigenlijk dat een aantal opgaven hier op deze kruising bij elkaar komen”, zegt Büchi die naar eigen zeggen onrustig wordt van het tempo waarop het klimaat verandert. Een week eerder waarschuwde een coalitie van 15.000 wetenschappers opnieuw voor een onomkeerbare klimaatramp. “Ik heb zelf ook kinderen en ik denk ook na over hun toekomst. We kunnen zo niet doorgaan en moeten echt iets gaan doen. Het is vijf voor twaalf, of misschien wel twee voor twaalf”, zegt hij over zijn drijfveer.

Wat is de gebiedsgerichte aanpak Brabantse Wal precies?

“De gebiedsgerichte aanpak voor de Brabantse Wal heeft te maken met het herstel van de natuur en het herstel van het bodem- en watersysteem. Natuur is ontzettend belangrijk voor ons, want dat is de basis voor ons eten. Het is de basis voor de schone lucht en een gezonde manier van leven. Dus dat is het beginpunt. En om dat te doen moeten we een aantal dingen veranderen. Want de manier waarop we de afgelopen jaren hebben gedaan, leidt er eigenlijk toe dat de natuur heel snel achteruit gaat. Die schade moeten we proberen te herstellen en daarvoor moeten we een aantal maatregelen nemen. Tegelijkertijd hebben we ook met andere opgaven te maken dan gaat het bijvoorbeeld over ruimte voor defensie, woningbouw, recreatie en werken. Al die puzzelstukken moeten we proberen op een nieuwe manier aan elkaar te passen. Daarvoor zijn we met elkaar in gesprek en proberen met elkaar een toekomstbeeld te maken.”

Met welke partijen werkt u samen en op welke manier?

“Ik werk natuurlijk met een aantal overheden samen. Dat zijn de gemeentes die hier in het gebied zijn en de provincie natuurlijk. Ik werk ook samen met agrarische partijen zoals ZLTO, maar ook Brabants Agrarisch Jongeren Contact. We hebben natuurlijk ook te maken met terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten, Brabants Landschap en Staatsbosbeheer. Vanwege de vliegbasis hebben we ook te maken met Defensie. We proberen eigenlijk het herstel van de natuur, de bodem en het watersysteem in kaart te brengen. Vervolgens kijken we wat het betekent voor de toekomst van dit gebied en hoe kunnen we alle ruimtelijke vragen die in dit gebied spelen daarop kunnen afstemmen.”

Hoe krijg je al die achttien partijen met de neuzen dezelfde kant op?

“Dat is inderdaad een uitdaging. En dat betekent begrip voor elkaar hebben. Dus naar elkaar luisteren en ook snappen wat de verschillen zijn. Dus waarom de landbouw anders tegen de opgave aankijkt dan de natuurorganisaties en dan de overheden. We zien allemaal dat het herstel van de natuur belangrijk is en dat verdroging een probleem is waar we iets mee moeten. We kijken waar we elkaar kunnen vinden en kunnen van daaruit door bouwen.”

Met al die verschillende belangen zullen er ook keuzes worden gemaakt die niet leuk zijn voor iedereen. Hoe ga je daarmee om?

“Er moeten zeker keuzes gemaakt worden en dat zijn keuzes die misschien voor de korte termijn best wel lastig zijn. Ik heb iemand horen zeggen van voor mij is dit misschien geen goed toekomstperspectief, maar voor mijn kinderen mijn kleinkinderen wel. En dat schetst het ook wel een beetje. We moeten naar de langere termijn kijken. We moeten ook kijken naar de generaties na ons. We moeten anders met de problematiek rondom de klimaatverandering omgaan dan dat we in het verleden hebben gedaan. En dat vraagt echt om een aantal keuzes.”

Wat is het meest actuele onderwerp op de Brabantse Wal?

“Het grootste issue is natuurlijk stikstof. De stikstofbelasting is hier zo hoog dat het heel lastig is om dat zodanig terug te brengen dat de natuur zich echt helemaal kan herstellen. Er liggen ook kansen in het gebied met hydrologisch herstel, het herstel van het watersysteem.”

Wat merken inwoners van de Brabantse Wal van het werk wat jullie doen?

“Op korte termijn misschien niet zoveel omdat we praten over een langere periode. We kijken eigenlijk naar 2050. Dat heeft te maken met de opgaven waar we mee bezig zijn. Dat kan je niet van de ene op de andere dag veranderen. We moeten mensen ook de tijd geven om zich te kunnen aanpassen. Als we van de één op de andere dag tegen boeren zeggen dat wat ze doen niet meer kan, dan heeft de boer een probleem. We hebben zelf dan ook een probleem. Want waar komt ons voedsel dan vandaan? Daar moeten we ook over nadenken. We moeten stapsgewijs veranderingen in gang zetten.”

Wat is de eerstvolgende grote stap die er gezet gaat worden?

“We proberen rond begin januari een toekomstperspectief uitgetekend te hebben en daar dan ook een besluit over te nemen om vervolgens stappen naar de uitvoering te kunnen zetten”

Hoe kijk je naar de huidige politieke ontwikkelingen in Den Haag?

“Er heeft in Den Haag best wel een verschuiving plaatsgevonden. De opgaven waarmee we op de Brabantse Wal te maken hebben verdwijnen niet. Je ziet wel dat de omstandigheden waar we mee te maken hebben daardoor wel veranderen. En dat heeft bijvoorbeeld te maken met dat de financiële middelen die er bij het vorige kabinet nog wel waren, er nu niet meer zijn. Dat betekent niet dat er nu helemaal geen geld meer is om de opgaven aan te pakken. Maar als we naar de langere termijn kijken, moeten we wel nadenken hoe we dat gaan financieren met elkaar. Ik vind het wel fijn vind dat dit kabinet de gebiedsgerichte aanpak wel weer in het regeerakkoord heeft genoemd. Dat biedt vertrouwen om met dit proces door te gaan. Want dit is een gebiedsgerichte aanpak en daar zijn ze wel positief over. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), die moet nog heel veel uitwerken. Dus het is ook een kwestie van afwachten wat daarmee gebeurt en wat de Tweede Kamer daarvan vindt.”

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen