“Botanisch maaien en afvoeren om kruiden en zeldzame planten meer kans te geven,” licht boswachter beheer Michel Hagedoorn toe. “Vaak zie je dat als ergens gemaaid wordt, het maaisel blijft liggen. Dat is dan voeding voor de bodem. In het Ulvenhoutse bos doen wij dat juist niet. We halen het maaisel weg, zodat de bodem steeds minder voeding overhoudt. Verschralen noemen we dat. Veel bijzondere soorten en kruiden groeien graag op voedselarme grond. Zij zijn blij met deze manier van beheer.”
Cyclomaaier
Hoe pak je zoiets aan? Michel legt uit: “We maaien de hoofdpaden met een tractor en een cyclomaaier. Met deze manier van maaien komt het maaisel heel op de grond. Zo hebben zaden de kans om op de grond te vallen en hebben insecten de tijd om uit het maaisel weg te gaan. Na een paar dagen halen we het maaisel weg. Hier wordt compost van gemaakt. Op de plekken waar kwetsbare planten groeien, maaien we met de hand. Planten die moeten blijven staan, kunnen we zo goed ontwijken.”
Zeldzamere planten komen terug
Waar let je op als boswachter? “We halen zoveel mogelijk ruigte weg, denk hierbij aan grassen, bramen en brandnetels. Die overgroeien de wat zeldzamere planten. Ik vind het mooi om te zien dat na een paar jaar bijzondere soorten terugkomen. Soorten als het wilgenroosje, brunel en diverse andere unieke soorten keren langzaam terug. Veel insecten zijn hier heel blij mee.”
Rolstoelpad
Ook het rolstoelpad is aangepakt. Michel vertelt: “In het voorjaar is een Amerikaanse eik over het pad omgevallen. De wortelkluit had een deel van het pad meegetrokken, waardoor er een groot gat was ontstaan. Door alle regen was het gebied te nat om er te werken. Ondertussen is de eik weggehaald en het pad hersteld. We hebben nieuw gravel gestort en dat flink aangestampt. Ik ben er blij mee, want ik vind het belangrijk dat iedereen kan genieten van dit prachtige stukje bos.”
Dit artikel is geschreven door Staatsbosbeheer, partner van de gebiedsgerichte aanpak. Lees het artikel hier.