Dit draagt bij aan het doel van de gebiedsgerichte aanpak om de waardevolle natuur in het Ulvenhoutse Bos te behouden en te herstellen.
Biodiversiteit behouden
Het Ulvenhoutse Bos is een van de oudste bossen van Nederland, maar staat onder druk door verdroging, intensief gebruik en een teveel aan stikstof. Daardoor komen sommige bijzondere bomen- en plantensoorten in het bos nog maar weinig voor. Dat is jammer, want dit gaat ten koste van de biodiversiteit die van nature in dit bos aanwezig is. Met biodiversiteit bedoelen we de verschillende soorten dieren, planten en bomen die hier leven. Om die biodiversiteit te behouden en te herstellen, heeft het bos hulp nodig. Het gaat dan vooral om het bewaken en verbeteren van de bodemkwaliteit en het in toom houden van dominante planten- en bomensoorten.
Goede groeiplekken
Het Ulvenhoutse Bos bestaat uit drogere en nattere stukken. Sommige soorten groeien beter op een droge ondergrond en andere juist beter op een natte bodem. Om het bos biodivers te houden en ervoor te zorgen dat het bos sterk en veerkrachtig is, moet er voor zoveel mogelijk planten- en bomensoorten een plek zijn om goed te kunnen groeien. Staatsbosbeheer, een van de partners in deze gebiedsgerichte aanpak, is daar nu druk mee bezig.
Beheer en veranderingen
Met gerichte ingrepen verandert Staatsbosbeheer stap voor stap de boomsamenstelling van het bos. Van sommige boomsoorten zijn er een heleboel weggehaald. Die worden vervangen door soorten die beter passen in het bos. Dat doet Staatsbosbeheer door strategisch te planten en waar nodig te maaien en te kappen. Dat laatste kan er ingrijpend uitzien, maar is soms écht nodig. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat bepaalde boomsoorten andere soorten wegdrukken. Of om ervoor te zorgen dat de bodem niet verzuurt.
Haagbeuk bij de Kerkdreef
Een voorbeeld hiervan is het bosperceel aan de Kerkdreef. Hier zijn de naaldbomen gekapt en verwijderd. De naaldbomen die er stonden beperkten de biodiversiteit van het Ulvenhoutse Bos. Deze bomen kunnen andere soorten namelijk overheersen, hun naalden verzuren de bodem en verdampen veel water. Op het bosperceel aan de Kerkdreef vormt zich nu een afwisselend stuk bos met onder andere haagbeuk, winterlindes en eiken. Deze nieuwe soorten dragen bij aan de bodemkwaliteit. Een goede bodem heeft een stabiele zuurgraad, wat ook goed is voor de kwaliteit van het grondwater.
Fladderiepen langs de Acaciadreef
Een ander voorbeeld zijn de fladderiepen die langs de Acaciadreef zijn geplant. Fladderiepen zijn een waardevolle toevoeging aan de biodiversiteit. Ze maken de bodem minder zuur en gedijen goed in een vochtige grond. Deze boomsoort is niet zo dominant. Daardoor krijgen andere kwetsbare planten eromheen, zoals de witte rapunzel, nu meer kans om te groeien. Daarmee passen fladderiepen perfect langs de Acaciadreef.
Minder ingrijpende maatregelen in de toekomst
De afgelopen jaren is het Ulvenhoutse Bos aanzienlijk veranderd door intensief beheer en allerlei maatregelen om de biodiversiteit te bevorderen. Dat was nodig, maar het streven is om de bosomvorming in de toekomst op een meer evenwichtige en kleinschaliger manier aan te pakken.
Beheer blijft nodig
Het behouden en verbeteren van de biodiversiteit in het bos, gaat niet vanzelf. Dit vereist voortdurende inspanningen en zorgvuldig beheer. Daarmee hopen we in de toekomst boom-, plant- en diersoorten terug te zien die een lange tijd weg zijn geweest of nu zeldzaam zijn. Zo kunnen we ervoor zorgen dat dit prachtige bos zijn unieke biodiversiteit behoudt voor toekomstige generaties.