Veelgestelde vragen

Hier vindt u veelgestelde vragen en bijbehorende antwoorden over gebiedsgerichte aanpak Ulvenhoutse Bos.

Heeft u vragen die in deze pagina ontbreken? Laat het gerust weten via het contactformulier of ulvenhoutsebos@ggagroenblauw.nl.

Deze pagina wordt continu bijgewerkt.

Beregening is soms nodig om de gewassen genoeg vocht te geven. Voor boeren is het vaak een laatste redmiddel, want beregening kost veel geld. Allereerst zal iedere boer proberen om zijn land en zijn gewassen van het noodzakelijke water te voorzien door slimme maatregelen te nemen om het land vochtig te houden. Denk aan stuwtjes in sloten of het verondiepen of dempen van sloten en greppels rond percelen, het actief onderhouden van de bodem of het opvangen van water in een reservoir. Zeker in droge tijden - meestal midden in het groeiseizoen - moeten de gewassen regelmatig water krijgen. Dat gebeurt zoveel als mogelijk vroeg in de ochtend of laat in de avond. Daartussen kan wel 14 uur zitten waarin de zon nadrukkelijk schijnt. Dan is actieve beregening overdrag soms noodzakelijk om de gewassen (ons voedsel) te beschermen. Het terugdringen van beregening in de directe omgeving van het Ulvenhoutse Bos is een van de maatregelen die we nu onderzoeken.

Ja, verschillende boeren in het gebied zijn het telen van paulowniabomen als een realistische optie. Paulownia hoeft – na de opstart – niet beregend te worden, groeit snel en is hardhout. Het telen daarvan biedt kansen in een markt waar in toenemende mate behoefte is aan biobased (bouw)materialen. In welke mate deze teelt ook vanuit ecologisch opzicht verantwoord is is nog onderwerp van nader onderzoek en gesprek.

Voor het uitrijden van mest zijn boeren aan strenge regels gebonden, waarop de overheid nadrukkelijk toeziet. Bemesten is toegestaan tussen grofweg februari en september van het jaar: het zaai- en groeiseizoen. Het is bedoeld om de bodem van de noodzakelijke voedingsstoffen te voorzien waarop de gewassen gedijen. Dumping is niet toegestaan. Gebeurt dit wel, dan is er sprake van een milieudelict. Overigens is het aandeel van lokale landbouw op de stikstofdepositie in het Ulvenhoutse Bos beperkt. De landbouw als geheel (provinciaal en landelijk) heeft wel een belangrijk aandeel in de totale stikstofbelasting. 

Het RIVM meet stikstofneerslag in heel Nederland, ook in de omgeving van het Ulvenhoutse Bos. Die metingen zijn onder meer terug te vinden in de AERIUS Monitor. Die biedt informatie over de totale stikstofbelasting die via de lucht op de beschermde natuurgebieden in Nederland neerkomst en waar deze vandaan komt. Het dichtsbijzijnde meetpunt van het RIVM ligt in het Mastbos. Op basis van de metingen van het RIVM berekent het rekenteam stikstof van de provincie Noord-Brabant de verwachte effecten van eventuele maatregelen.

We verkennen of we deze maatregel kunnen opnemen in het maatregelenpakket. Hiervoor moeten we nog meer onderzoek doen en deze mogelijke afsluiting bespreken met de direct aanwonenden en betrokkenen. We kijken hierbij naar wat het oplevert, met name op het terugdringen van de hoeveelheid stikstof en de verstoring in het bos. Maar net zo belangrijk zijn de nadelen van deze afsluiting. Er moet balans zijn tussen de kosten en de baten. We onderzoeken ook wat de afsluiting van de Huisdreef kan doen met andere verkeersstromen. 

Ja, het provinciale rekenteam stikstof neemt het effect van files op stikstofdepositie mee in hun berekeningen. 

Ja, dat gebeurt. Voor alle soorten bouwprojecten moeten stikstofberekeningen worden gemaakt bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Wanneer het niet is uitgesloten dat het project (significant) nadelige gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied, dan moet een natuurvergunning worden aangevraagd. 

Het grootste deel van de stikstof die neerkomt op het Ulvenhoutse Bos, komt van verder weg. De landbouw is daar inderdaad een grote bron van, maar de stikstof die afkomstig is van de boeren in een straal tot 10 km rondom het bos, is beperkt. De grootste lokale belasters hier zijn het verkeer en ‘overige sectoren’ waarbij je moet denken aan woningen (energieverbruik) en hobbyvee. Ook de poep en plas van honden zorgen voor stikstofbelasting, maar omdat die niet via de lucht in het Ulvenhoutse Bos terecht komen, neemt de Aerius Monitor die bron niet mee. Naast de bijdragen uit onderstaande afbeelding, komt er nog eens zo’n 40% extra stikstof uit het buitenland aangewaaid. 

Het effect van deze kap op de (lokale) stikstofopname is niet gemeten. Wel is het zo dat niet alleen bomen CO2 houden vasthouden, maar ook andere planten. Een grotere biodiversiteit en het herstel van natuursystemen (waaraan deze kap heeft bijgedragen) kan zelfs meer opleveren wat betreft stikstofopname. Op de website van Staatsbosbeheer staat uitgelegd welke redenen er kunnen zijn om bomen te kappen. 

Dat is een van de maatregelen die we aan het onderzoeken zijn. Uit de Aerius Monitor blijkt namelijk dat de woningen dichtbij het bos een relatief grote bron zijn van de lokale stikstofuitstoot op het bos (‘overige sectoren). Bij te onderzoeken maatregelen kijken we ook naar mogelijkheden zoals het stoppen met of verminderen van het gebruik van aardgas. Ook nieuwe technieken op het vlak van verduurzaming nemen we mee. 

We onderzoeken welke maatregelen rondom de snelwegen een effectieve bijdrage hebben aan het verminderen van de stikstofneerslag op het Ulvenhoutse Bos. 

Ja, er vindt monitoring plaats, onder meer op het gebied flora- en fauna, (grond)waterstanden en stikstof. 

De mens heeft zoveel effect op onze bossen, dat natuurlijk herstel zonder ingrijpen niet meer zal optreden. We zullen bossen veelal blijvend moeten beheren.  
Kijk voor meer info op de website van Staatsbosbeheer

Daar gaan we zeker voor zorgen. Of dat ook in het Natura 2000-gebied kan, is nog even de ragen. Mocht dat niet kunnen, dan komt deze plek in het gebied daaromheen. 

Er is in de huidige voorstellen geen aparte mountainbikeroute gepland voor het Ulvenhoutse Bos. Het bos wordt nu te intensief gebruikt en we willen juist minder paden. Wel zijn er in de nabije omgeving van het bos diverse mountainbikeroutes te vinden. Mountainbikers kunnen straks natuurlijk wel de gewone fietspadenstructuur gebruiken. 

Het verbreden van fietspaden heeft verschillende nadelen (zie recreatieonderzoek). Daarom komt dat niet terug in de voorstellen die er nu liggen. Door van de Huisdreef een veilige en aantrekkelijke weg te maken voor fietsers en wandelaars, worden de huidige fietspaden wel ontlast. 

Welke maatregelen we precies gaan nemen om de natuur in het bos beter te beschermen, weten we nog niet. Wel is gebleken uit het project ‘Natuur en recreatie in balans’ dat de honden een grote impact hebben op het bos, waardoor we niet kunnen wegblijven van het inperken van de bewegingsvrijheid van de honden in het Natura-2000 deel. 

De hoeveelheid stikstof uit de plas en poep van paarden is gering. Paarden eten namelijk geen vlees, daardoor zitten er aanzienlijk minder fosfaat en stikstof in paardenmest dan in bijvoorbeeld hondenpoep of varkensmest. Dat maakt dat paardenuitwerpselen minder schadelijk zijn voor de natuur. Paardenmest is daarnaast ook een voedselbron voor veel vogels en insecten en kan door een regenbui wegspoelen, waardoor de paardenvijgen - anders dan hondenpoep - in een paar dagen kunnen verdwijnen. 

Dat klopt, maar bij aangelijnde honden is makkelijker om de poep op te ruimen dan bij loslopende honden. Daarnaast zorgen loslopende honden voor veel meer verstoring dan aangelijnde honden. 

Honden zijn zeker niet de enige bron van stikstof en fosfaat, maar alle inzet is nu nodig om de natuur sterker te maken. De impact van hondenpoep- en plas op de natuur van het Ulvenhoutse Bos is fors. Dit komt door een combinatie van factoren. Ten eerste wordt het bos intensief bezocht door hondenbezitters. Daarnaast zit er in de poep en plas van honden relatief veel stikstof, omdat honden vleeseters zijn. Bovendien komt de poep en plas van honden direct in de bodem terecht, waardoor het ook direct in de natuur effect heeft. Tot slot is de natuur in het Ulvenhoutse Bos gevoelig voor stikstof. De grens waarop de natuur in het bos nog goed kan functioneren (de kritische depositiewaarde), wordt al overschreden met alleen al de stikstof die via de lucht op het bos neerkomt. De poep en plas van de honden komt daar nog bovenop.  

Nee. Uit de resultaten van het rekenteam stikstof blijkt dat de stikstof die neerkomt op het Ulvenhoutse Bos vanuit diverse sectoren afkomstig is. Er worden daarom binnen al deze sectoren naar maatregelen gezocht.  

De genoemde alternatieven zijn voorstellen. Momenteel onderzoeken we een extra alternatief, één met een hondenloslooproute. De bestuurders van de betrokken gebiedspartners van gebiedsgerichte aanpak Ulvenhoutse Bos, beslissen uiteindelijk gezamenlijk welke restricities er gaan gelden voor zowel loslopende als aangelijnde honden. 

In een deel van de varianten die naar voren zijn gekomen in het project ‘Natuur en recreatie in balans’ is hier al sprake van. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden om een hondenlosloopgebied te creëren op andere locaties in Ulvenhout, (net) buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied. Ook hebben we andere locaties als losloopgebied in beeld, zoals bij de Eikenmik. 

Deze optie is onderzocht in het project ‘Natuur en recreatie in balans’. Het adviesrapport daarvan kunt u hier bekijken. Op enkele plekken aan de rand van het bos is beschermde natuur te vinden, (loslopende) honden hebben daar een negatief effect op. 

Het klopt dat honden zorgen voor verstoring, dit is ook naar voren gekomen uit het project ‘Natuur en recreatie in balans’. In het uitvoeringsprogramma nemen we daar ook maatregelen voor op. We onderzoeken nog welke maatregelen dan het meest passend zijn. 

In het bestuurlijk overleg beslissen de bestuurders van de gebiedspartners over de maatregelen en welke organisatie het bevoegde gezag heeft bij de uitvoering van elke maatregel. Vervolgens gelden de bestaande regels voor inspraak. Bij bijvoorbeeld de eventuele afsluiting van de Huisdreef is de gemeente Breda het bevoegd gezag. De gemeente moet hiervoor een verkeersbesluit. Hier kunnen belanghebbenden dan een zienswijze voor indienen. 

Het schrappen van een Natura 2000-status kan alleen onder twee voorwaarden: wanneer er bij de aanwijzing van een gebied wetenschappelijke of administratieve fouten zijn gemaakt of wanneer een gebied er dermate slecht voor staat dat van herstel geen sprake meer kan zijn.  

Het is dus niet zomaar mogelijk om de status van een Natura 2000-gebied te beëindigen. Als netwerk van beschermde gebieden is het een belangrijk instrument voor het behoud van biodiversiteit binnen de Europese Unie. Daarnaast zorgt de Natura 2000status er ook voor dat het gebied beschermd wordt als natuur en dat er geen ruimte is voor andere ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld woningbouw en het opwekken van energie. 

Het landelijk gebied staat voor grote veranderingen. De natuur- en waterkwaliteit staat in Brabant onder druk en vraagt om herstel. Het watersysteem heeft een structurele herziening nodig en gaat sturend zijn voor het landgebruik. De achteruitgang van de biodiversiteit moet worden gekeerd. De landbouw is volop in transitie en zoekt nieuwe perspectieven om te kunnen blijven boeren, in evenwicht met de omgeving.  Daarnaast neemt de druk op ruimte toe voor woningbouw, recreatie en energie en heeft dit alles effect op de sociale samenhang in het gebied.

De transformatie van het landelijke gebied is dan ook een grote opgave. De klimaat-, natuur-, water- en landbouwopgaven zijn nauw met elkaar verweven en vragen dan ook om een gezamenlijke integrale aanpak. Het is daarom heel belangrijk om samen met alle partijen de omslag te realiseren en met elkaar te zoeken naar slimme combinaties van oplossingen voor sterkere natuur, voldoende water met een betere kwaliteit, een goede bodem en een duurzame toekomst voor de landbouw.

Het samen vormgeven en uitvoeren van deze integrale opgave staat centraal in deze gebiedsgerichte aanpak. Provincie Noord-Brabant voert regie op deze aanpak, maar werkt daarin nauw samen met partners als gemeenten, waterschappen, provincie, terreinbeherende organisaties, particuliere grondeigenaren, defensie, (agrarische) natuurverenigingen en ZLTO.

Provincie Noord-Brabant is voor 17 gebieden, waar opgaven complex en urgent zijn, een gebiedsgerichte aanpak gestart. Dat geldt ook voor het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos.

Vanuit Europese wetgeving ligt er voor Natura 2000-gebieden de opdracht om de natuur te herstellen en naar de toekomst duurzaam in stand te houden. Een recente analyse van de natuurkwaliteit van het Ulvenhoutse Bos laat zien dat het niet goed gaat met de natuur in het Ulvenhoutse Bos. Dat gaat dan in ieder geval om drie zogenoemde ‘habitattypen’ die Europeesrechtelijk zijn beschermd: het beuken-eikenbossen met hulst, eiken-haagbeukenbossen en vochtige alluviale bossen (beekbegeleidend). Belangrijke oorzaken voor de slechte staat van deze bossen zijn de te hoge stikstofdepositie, het gebrek aan kwalitatief goed en voldoende (kwel)water en een te hoge recreatiedruk. Om dat te herstellen, zijn niet alleen maatregelen nodig in het bos zelf, maar ook in het gebied daar (ver) omheen.

In opdracht van de provincie hebben twee gespecialiseerde bureaus een natuurdoelanalyse gemaakt van 15 Natura 2000-gebieden, waaronder het Ulvenhoutse Bos. De provincie heeft de natuurdoelanalyses op 1 maart 2023 voorgelegd aan de Ecologische Autoriteit. Deze toetst de kwaliteit van de analyses. Na advisering door de Ecologische Autoriteit vindt waar nodig aanpassing plaats. Uit de natuurdoelanalyses blijkt dat de natuur in de Brabantse Natura 2000-gebieden verslechtert, zo ook in Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos. Het gevolg van de verslechtering is dat de vergunningverlening voor aanvragen met stikstofeffecten op Natura 2000- gebieden voorlopig stilligt. Deze ligt stil totdat de benodigde aanvullende maatregelen zijn geborgd en de effecten ervan voldoende zeker zijn.

Lees meer op: Analyses bevestigen slechte staat natuur.

Lees de Natuurdoelanalyse over het Ulvenhoutse Bos.

Het plangebied betreft het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos én de beïnvloedingszone rondom het Natura 2000-gebied De beïnvloedingszone is bepaald op basis van het omliggende bekenstelsel dat invloed heeft op het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos. Deze zone is vastgesteld tijdens de verkenningsfase van dit proces.

Het plangebied is gelegen binnen de gemeenten Breda, Alphen-Chaam en Gilze en Rijen. Zie de projectkaart voor de begrenzing van het gebied.

Provincie Noord-Brabant onderscheidt vijf fases voor de gebiedsgerichte aanpak groenblauw: verkenning, visievorming, planuitwerking, realisatie, beheer (inclusief monitoring).

Gebiedsgerichte aanpak Ulvenhoutse Bos bevindt zich in de planuitwerkingsfase. Op dit moment wordt er met de samenwerkende partners gewerkt aan de totstandkoming van een uitvoeringsprogramma voor het gebied. Uiteraard wordt de omgeving daarbij betrokken. Uiteindelijk moet er een gedragen pakket liggen met concrete maatregelen die significante impact gaan hebben.

Een bestuurlijk overleg (BO), met een onafhankelijke voorzitter en vertegenwoordigers van alle gebiedspartners, treedt op als opdrachtgever van gebiedsgerichte aanpak Ulvenhoutse Bos. Dit BO komt bijeen als er besluiten moeten worden genomen. De organisatie bestaat verder uit een gebiedsteam waarin eveneens alle gebiedspartners ambtelijk zijn vertegenwoordigd. Een onafhankelijke gebiedsmanager is de voorzitter van het gebiedsteam. Vanuit het gebiedsteam wordt er sturing gegeven aan diverse werkgroepen, die inhoudelijk aan de slag gaan met de verschillende opgaven van Ulvenhoutse Bos. Op dit moment zijn de volgende werkgroepen actief: werkgroep groenblauw, werkgroep stikstof, werkgroep landbouw en werkgroep communicatie & participatie.

De uitdagingen en urgenties voor gebiedsgerichte aanpak Ulvenhoutse Bos zijn groot, maar er is afgelopen jaren ook veel goeds gebeurd in het gebied, met name op gebied van de waterhuishouding. We beginnen dus niet bij 0. Binnen de gebiedsgerichte aanpak kijken we bovendien ook naar welke lopende en nieuwe ontwikkelingen van invloed zijn. Hieronder een overzicht van wat er op dit moment al loopt:

Voor iedereen die wil weten wat er al gebeurt in en om het Ulvenhoutse Bos, is er een overzichtskaart gemaakt met lopende projecten. Door te klikken op een project krijgt u achtergrondinformatie en ziet u bijvoorbeeld bij wie u terecht kunt als u een vraag heeft.

Reguliere onderhoudswerkzaamheden, zoals het onderhoud van asfalt en de aanleg van glasvezel, maar ook kortlopende beheerwerkzaamheden van Staatsbosbeheer zijn op de kaart buiten beschouwing gelaten.

De gebiedspartners staan open voor ontwikkelingen die aansluiten bij de opgaven waar ze in en rond Ulvenhoutse Bos voor staan: het versterken van (het netwerk van) natuurgebieden, het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw, het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem, het geven van een nieuwe economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening, het vergroten van de (be)leefbaarheid en het bijdragen aan stikstofreductie. Ze ondersteunen agrarisch ondernemers in hun werkgebied bij het maken van afwegingen om hun toekomst te kunnen vormgeven. Dit doen zij door zoveel mogelijk te werken vanuit de persoonlijke omstandigheden van de ondernemer(s).

Meld u aan voor de nieuwsbrief. Deze verschijnt een aantal keer per jaar en hierin leest u meer over de recente ontwikkelingen en participatiemomenten.

Agrarisch ondernemers kunnen contact opnemen met het Ondersteuningsteam Ulvenhoutse Bos voor vragen en ideën via ondersteuningsteam-uhb@ggagroenblauw.nl.

Het Ondersteuningsteam biedt hulp aan agrarisch ondernemers bij het maken van beslissingen voor de toekomst. Als agrariër kunt u bij dit netwerk terecht met vragen over bijvoorbeld overheidsbeleid, regelgeving en subsidies. 

Lees hier meer over het Ondersteuningsteam Ulvenhoutse Bos.

Het Ulvenhoutse Bos bij Breda heeft flink te lijden onder verdroging, een teveel aan stikstof en een hoge recreatiedruk. Daarom moeten we samen naar maatregelen zoeken die deze problemen verminderen. Maar in de directe omgeving liggen meer belangrijke opgaven. We moeten ervoor zorgen dat de grond, het water en de lucht in orde zijn om ervoor te zorgen dat er voldoende en schoon water, voedsel en energie beschikbaar blijft en we beter bestand zijn tegen het veranderende klimaat, zoals bijvoorbeeld droogte en extreme buien.

Het Rijk heeft een Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) waarin wordt ingezet op een samenhangende aanpak van de nationale doelen en opgaven voor natuur en stikstof, water en klimaat. Het Rijk én de provincies willen een gezamenlijke aanpak. Op nationaal niveau leidt dat tot een NPLG met landelijke keuzes en maatregelen. Op provinciaal niveau vindt vertaling plaats naar een provinciaal gebiedsprogramma: het Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG). Het BPLG richt zich op doelen voor natuur, water en klimaat in samenhang met een duurzaam en levensvatbaar perspectief voor agrarische ondernemers. Het BPLG draagt bij aan de transitie van het landelijk gebied, maar dekt niet alle opgaven in het landelijk gebied. Een aantal Brabantse doelen wordt momenteel nog verder uitgewerkt.

Lees meer over het NPGL op Rijksoverheid.nl.

Lees meer over het BPLG op Brabant.nl.

De doelen voor het verminderen van stikstof, die de regering in juni 2022 heeft vastgesteld als onderdeel van het NPLG, hebben grote gevolgen. De provincie Noord-Brabant onderzoekt hoe deze doelen kunnen worden bereikt.  De maatregelen die binnen het plangebied van de gebiedsgerichte aanpak kunnen worden genomen worden bedacht, onderzocht en uiteindelijk uitgevoerd door de betrokken partijen. Samen werken we aan een toekomstbestendig gebied. Het gaat hierbij niet alleen om maatregelen op gebied van verminderen van de stikstofuitstoot, maar om een totale aanpak om te werken aan de water- en bodemkwaliteit, natuur te versterken, een toekomstbestendige landbouw, het geven van een economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening en het verbeteren van de (be)leefbaarheid.

De samenwerkingspartners spraken in een intentieverklaring af om samen te werken aan een  natuurherstel in samenhang met andere opgaven en doelen. Partijen hebben elkaar nodig om deze doelen te bereiken. Om besluiten op elkaar af te stemmen, gebruik te maken van elkaars kennis en kansen voor meervoudig ruimte gebruik te benutten. Als zij daarmee stoppen dan zullen alle overheidspartijen los van elkaar hun wettelijke taken gaan uitvoeren. Dat is op zijn minst onhandig en tijdrovend en brengt een toekomstbestendig Ulvenhoutse Bos niet dichterbij.

 

Contact

Neemt u voor vragen, opmerkingen, tips of ideeën gerust contact op.

Contact opnemen ›

 

 
Cookie-instellingen