De natuur en landbouw in Noord-Brabant en Limburg staan beide onder druk. De rijkdom aan waardevolle en kwetsbare natuur heeft sterk te lijden onder met name verdroging en stikstofneerslag. Plantensoorten verdwijnen, dieren worden bedreigd. Uiteindelijk heeft dit gevolgen voor onze voedselvoorziening en gezondheid. Voor ons welzijn. En met de stikstofcrisis heeft de achteruitgang van de natuur ook nog eens direct invloed op economische ontwikkeling. De landbouw op zijn beurt is volop in transitie. Ze zoekt de balans met gezondheid, natuur en landschap. Ze zoekt nieuwe perspectieven om te kunnen blijven boeren, in evenwicht met de omgeving.
Een gebiedsgerichte aanpak moet ons op weg helpen naar een omgeving waarin zowel de condities voor de natuur (voldoende schoon water, schone lucht, gezonde bodem, minder stikstof) als de landbouw goed zijn. Dat noemen we daarom ook wel een groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. Met waar mogelijk ook aandacht voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals verstedelijking, infrastructuur en ruimte voor energie. Provincie Noord-Brabant, waterschappen, terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, de agrarische sector, gemeenten en andere belanghebbenden kijken in zo’n 150 gebieden en projecten met elkaar naar samenhangende (middel)lange termijn oplossingen. Deze moeten bijdragen aan natuurherstel én duurzaam perspectief voor de Brabantse landbouw. Zeventien gebieden kennen een stapeling van complexe opgaven, veelal stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. In die gebieden kijken de partners niet alleen in de natuurgebieden en de directe omgeving, maar juist ook in de wijdere overgangszone eromheen. Het gebied rondom Vlijmens Ven is er daar een van.