Veelgestelde vragen

Hier vindt u veelgestelde vragen en bijbehorende antwoorden over gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen.

Heeft u vragen die in deze pagina ontbreken? Laat het gerust weten via het contactformulier of kampina@ggagroenblauw.nl 

Deze pagina wordt continu bijgewerkt.

Het landelijk gebied staat voor grote veranderingen. De natuur- en waterkwaliteit staat in Brabant onder druk en vraagt om herstel. Het watersysteem (het geheel van oppervlaktewater, grondwater, bodems, oevers en de planten en dieren die daarin leven) vraagt om een structurele aanpassing. Het gaat sturend zijn voor het landgebruik, de achteruitgang van de biodiversiteit (verscheidenheid van levensvormen) moet worden gekeerd en de landbouw staat voor grote veranderingen. Daarnaast neemt de druk op ruimte toe voor woningbouw, recreatie (vermaak) en energie en heeft dit alles invloed op de sociale samenhang in het gebied.

De aanpassing van het landelijke gebied is dan ook een grote opgave. De klimaat-, natuur-, water- en landbouwopgaven zijn nauw met elkaar verweven en vragen dan ook om een gezamenlijke integrale aanpak. Het is daarom heel belangrijk om samen met alle partijen de omslag te realiseren en met elkaar te zoeken naar slimme combinaties van oplossingen voor sterkere natuur, voldoende water met een betere kwaliteit, een goede bodem en een duurzame toekomst van de landbouw.

Het samen vormgeven en uitvoeren van deze integrale opgave staat centraal in de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. De provincie Noord-Brabant voert regie op deze aanpak, maar werkt daarin nauw samen met partners als de waterschappen, gemeenten, terreinbeherende instanties, particuliere grondeigenaren, agrarische natuurverenigingen en ZLTO.

Lees hier meer over de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. 

Kampina en Oisterwijkse Vennen is een bijzonder gebied en daarom Europees beschermd met de Natura 2000-status. Het heeft waardevolle natuur met bossen, heide, kleine akkers, voedselarme vennen, slingerende beken en schrale hooilanden. In het gebied eromheen liggen verschillende dorpen, natuur, agrarische, recreatieve en andere bedrijven. Agrariërs zijn een belangrijke schakel in (lokale) voedselvoorziening en als producent van andere grondstoffen. Ook dragen ze bij aan landschapsbeheer. Bewoners uit de regio (en verder) komen er graag om te ontspannen en te recreëren.

Maar het gebied staat onder druk. Bodem en water lijden onder verdroging, stikstof en intensief gebruik door bijvoorbeeld recreatie. Gevolgen zijn een slechte bodem- en waterkwaliteit, waardoor verschillende planten en dieren verdwijnen. Doen we niets, dan wordt het gebied kwetsbaarder voor droogte en extreme buien. Dat heeft gevolgen voor natuur, landbouw, landschap, leefbaarheid en gezondheid.

Daarom moeten we maatregelen nemen die zorgen dat de bodem, water en lucht in en rondom Kampina en Oisterwijkse Vennen op orde komen. Daarvoor zoeken we naar slimme combinaties van oplossingen. Zodat de natuur herstelt én er ruimte blijft voor landbouw, recreatie en woningbouw.

Dat is niet gemakkelijk. Het herstellen van de natuur, de belangen van agrariërs, maar ook de wensen voor meer woningen, bedrijven, een goede bereikbaarheid en recreatie lijken soms met elkaar in strijd. Er moeten soms moeilijke keuzes worden gemaakt. Maar er zijn ook kansen om de belangen juist met elkaar te combineren. Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, waarin ondernemers, overheden, maatschappelijke organisaties en inwoners samen het gebied vormgeven. De gebiedsgerichte aanpak zorgt voor samenhang tussen alle ontwikkelingen en initiatieven. Het wijst de weg en zet de kaders voor een toekomst voor Kampina en Oisterwijkse Vennen.

In opdracht van provincie Noord-Brabant hebben twee gespecialiseerde bureaus een natuurdoelanalyse gemaakt van 15 Natura 2000-gebieden, waaronder Kampina en Oisterwijkse Vennen. Uit de natuurdoelanalyses blijkt dat de natuur in de Brabantse Natura 2000-gebieden verslechtert, zo ook in Natura 2000-gebied Kampina en Oisterwijkse Vennen. Het gevolg van de verslechtering is dat de vergunningverlening voor aanvragen met stikstofeffecten op Natura 2000- gebieden voorlopig stilligt. Deze ligt stil totdat de benodigde aanvullende maatregelen zijn geborgd en de effecten ervan voldoende zeker zijn.

Lees meer op: Analyses bevestigen slechte staat natuur.

Het plangebied betreft het Natura 2000-gebied Kampina en Oisterwijkse Vennen én de beïnvloedingszone rondom het Natura 2000-gebied. Water vormt hierin een belangrijke factor. De beïnvloedingszone is daarom bepaald op basis van het bekensysteem: de waterscheidingen van het watersysteem dat direct invloed heeft op het natuurgebied vormen de afbakening aan de oost- en westzijde. Aan de zuidzijde begrenst het Wilhelminakanaal het gebied.

Kaart van Kampina en Oisterwijkse Vennen. Klik op de kaart om de kaart te vergroten. 

Vanwege de grootte van het gebied en de complexiteit van de opgaven, is er gekozen voor vijf logische deelgebieden. De deelgebieden zijn gebaseerd op het bekensysteem:

Deelgebied A: Stroomgebied Voorste Stroom

Deelgebied B: Stroomgebied Reusel

Deelgebied C: Stroomgebied Rosep

Deelgebied D: Stroomgebied Beerze

Deelgebied E: Stroomgebied Essche Stroom

Kaart van Kampina en Oisterwijkse Vennen. Klik op de kaart om de kaart te vergroten. 

 

Leefbaarheid is een breed begrip. Bij de gebiedsgerichte aanpak gaat het om de leefbaarheid van het platteland. Hiermee bedoelen we hoe prettig het is om te leven in dat gebied. Bijvoorbeeld, als veel boeren stoppen, kunnen gebouwen leeg komen te staan en verwaarloosd raken, scholen in dorpen kunnen kleiner worden en misschien zelfs sluiten, en winkels en andere voorzieningen kunnen verdwijnen. Dit heeft invloed op hoe fijn het is om daar te wonen. Door boeren en andere ondernemers perspectief te bieden, blijft het platteland levendig en aantrekkelijk om in te wonen.

Binnen gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen wordt er gewerkt aan de volgende opgaven:

  • het versterken van (het netwerk van) natuurgebieden;
  • het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw;
  • het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem;
  • het geven van een nieuwe economische impuls;
  • het ontwikkelen van duurzame energievoorziening;
  • het vergroten van de (be)leefbaarheid;
  • het bijdragen aan de stikstofreductie.

Alle opgaven zijn belangrijk. De gebiedspartners van gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze opgaven in samenhang te bereiken. Een aantal van de opgaven kennen wettelijke doelen en verplichtingen. Met de gebiedsgerichte aanpak willen de gebiedspartners ervoor zorgen dat deze wettelijke doelen en verplichtingen worden behaald. Echter niet alles ligt op de schouders van het gebiedsproces. De gebiedsgerichte aanpak draagt bij aan vermindering van de stikstofuitstoot in de Kampina en Oisterwijkse Vennen, maar de gebiedspartners zijn niet verantwoordelijk voor het realiseren van de stikstofreductiedoelstellingen. Daarvoor heeft provincie Noord-Brabant een provinciebrede aanpak. Ook bestaat er een landelijke aanpak, die nog wordt uitgebreid.

8 uitgangspunten vormen de basis voor de ontwikkelrichting van het gebied voor de komende 20 jaar. Deze uitgangspunten zijn:  

  • een veerkrachtig en adaptief watersysteem;
  • een veerkrachtig en klimaatrobuust ecosysteem;
  • het gebied als productietuin van de regio: ruimte voor agrarisch landgebruik;
  • een mooi en beleefbaar agrarisch cultuurlandschap met brede maatschappelijke meerwaarde;
  • regulatie recreatie;
  • het landschap als basis voor de verstedelijkingsopgave;
  • circulair, beperkte emissie en energieneutraal;
  • grond staat in dienst van het gebied.

Het Rijk vertaalt in 2023 de landelijke doelstellingen naar doelstellingen per provincie. In de visie voor het gebied zal worden aangegeven welke bijdrage gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen levert aan de voor de provincie Noord-Brabant geldende doelstellingen.

In gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen werken partners samen met de omgeving aan een toekomstbestendig gebied. De richtinggevende stikstofreductiedoelen, die het kabinet in juni 2022 bekend maakte als onderdeel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, hebben grote impact.

De provincie Noord-Brabant bekijkt hoe invulling kan worden gegeven aan deze doelen. In gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen komen de keuzes -die de provincie samen met alle betrokken partijen gaat maken- voor het gebied bij elkaar. Daarbij gaat het niet alleen om stikstofreductie, maar om een integrale aanpak ten behoeve van een robuust water- en bodemsysteem, het versterken van natuurgebieden, het ontwikkelen van een toekomstbestendige landbouw, het geven van een economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening en het verbeteren van de (be)leefbaarheid.

In de gebiedsgerichte aanpak werken overheden zoals gemeenten, provincie en waterschappen, natuurbeheerders en natuurbeschermings- en landbouworganisaties samen. Daarbij gaat het om een combinatie van uitdagende opgaven: het versterken van natuurgebieden, het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw, het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem, het geven van een nieuwe economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening, het vergroten van de (be)leefbaarheid en het bijdragen aan de stikstofreductie. Samen met de omgeving (inwoners en ondernemers) werken de genoemde gebiedspartners aan een samenhangende aanpak.

Als zij daarmee stoppen dan zullen alle overheidspartijen los van elkaar hun wettelijke taken gaan uitvoeren en ieder voor zich afstemming met de andere organisaties en belanghebbenden zoeken. Dat is op zijn minst onhandig en tijdrovend, maar vooral minder integraal. Dat betekent dat mogelijkheden zoals meervoudig ruimtegebruik en het koppelen van opgaven minder zullen worden benut. De kans dat overheden dan besluiten nemen die niet helemaal goed op elkaar aansluiten, zal ook groter worden. Daar is niemand bij gebaat en het brengt een toekomstbestendig Kampina en Oisterwijkse Vennen niet dichterbij.

Provincie Noord-Brabant onderscheidt vijf fasen voor de gebiedsgerichte aanpak groenblauw. Onderstaande afbeelding toont deze fasen: verkenning, visievorming, planuitwerking, realisatie, beheer (inclusief monitoring).

Globale fasering van het gebiedsproces. Klik op de afbeelding om de afbeelding te vergroten.

Gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen bevindt zich in de visievormingsfase. Op dit moment wordt er met de samenwerkende partners gewerkt aan een visie voor het gebied. Uiteraard wordt de omgeving daarbij betrokken. Er zal dan ook een uitgebreid participatietraject gaan plaatsvinden. Uiteindelijk ligt er een gedragen integrale visie met concrete afspraken voor het gebied. Een basis voor de komende 20-40 jaar.

Een bestuurlijk overleg, met vertegenwoordigers van alle voornoemde gebiedspartners, treedt op als opdrachtgever van gebiedsgerichte aanpak Kampina en Oisterwijkse Vennen. Het bestuurlijk overleg komt bijeen als er besluiten moeten worden genomen. De organisatie bestaat verder uit een kernteam en een gebiedsteam waarin eveneens alle gebiedspartners, maar dan op ambtelijk niveau, zijn vertegenwoordigd. Een onafhankelijke gebiedsmanager is de voorzitter van het gebiedsteam. Vanuit het gebiedsteam wordt er sturing gegeven aan diverse werkgroepen, die inhoudelijk aan de slag gaan met de verschillende opgaven van Kampina en Oisterwijkse Vennen. Ook is er een communicatie- en participatiewerkgroep gestart.

De gebiedsgerichte aanpak staat niet op zichzelf. Zo hebben verschillende gemeenten al beleid opgesteld, namelijk:

  • Visie buitengebied gemeente Oisterwijk (2022)
  • Landschapskwaliteitsplan Oirschot (2021)
  • Omgevingsvisie 2040 gemeente Tilburg (2015)
  • Concept Koersdocument Oostflank (2023)
  • Deelgebiedsvisie Spoordonk 2035 (2023)

Momenteel wordt onderzocht hoe huidig beleid zich verhoudt tot de opgave voor Kampina en Oisterwijkse Vennen.

Binnen de gebiedsgerichte aanpak wordt gekeken naar welke lopende en nieuwe ontwikkelingen van invloed zijn. Een aantal lopende ontwikkelingen voor het gebied zijn:

We beginnen niet bij 0. Veel maatregelen om het natuurlijk systeem te herstellen zijn door terreinbeherende organisaties, provincie en waterschap al uitgevoerd. Daarnaast werken organisaties als Het Groene Woud en Van Gogh Nationaal Park aan projecten in het kader van duurzame gebiedsontwikkeling en programma's die een nieuw perspectief ontwikkelen voor agrarische ondernemers. Ook ontwikkelt het Ondersteuningsnetwerk van provincie Noord-Brabant zich steeds verder en sluit ook in gebiedsgerichte aanpak Kampina aan om gemeenten en individuele ondernemers te ondersteunen bij keuzes die gemaakt moeten worden op de boerenbedrijven van nu.

De gebiedspartners staan open voor ontwikkelingen die aansluiten bij de opgaven waar ze in en rond Kampina en Oisterwijkse Vennen voor staan: het versterken van (het netwerk van) natuurgebieden, het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw, het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de vitaliteit van de bodem, het geven van een nieuwe economische impuls, het ontwikkelen van duurzame energievoorziening, het vergroten van de (be)leefbaarheid en het bijdragen aan stikstofreductie. Ze ondersteunen agrarisch ondernemers in hun werkgebied bij het maken van afwegingen om hun toekomst te kunnen vormgeven. Dit doen zij door zoveel mogelijk te werken vanuit de persoonlijke omstandigheden van de ondernemer(s).

Wilt u meer weten of hebt u vragen, ideeën of tips voor Kampina, Oisterwijkse Vennen en omgeving? Wij horen het graag. Neemt u gerust contact op. Dit kan via deze link of door een e-mail te sturen naar kampina@ggagroenblauw.nl

Agrarische ondernemers kunnen contact opnemen met het Ondersteuningsteam voor vragen en ideeën via landbouwenvoedsel@brabant.nl

Het Ondersteuningsteam biedt hulp aan agrarisch ondernemers bij het maken van beslissingen voor de toekomst. Als agrariër kunt u bij dit netwerk terecht met vragen over bijvoorbeeld overheidsbeleid, regelgeving en subsidies.

Hier vindt u een formulier waar u zich kunt aanmelden voor de toekomstige nieuwsbrief.

Ook kunt u op dit formulier aangeven of u actief wilt worden betrokken.

Ja, zeker! Verschillende specialisten van de gebiedspartners en organisaties worden betrokken. Denk aan experts zoals ecologen, hydrologen, landbouwdeskundigen en andere deskundigen. Hun kennis en expertise zijn belangrijk voor het succes van de gebiedsgerichte aanpak.

Ja, ecologen en andere specialisten zoals hydrologen worden betrokken bij de gebiedsprocessen en worden geraadpleegd wanneer hun expertise nodig is. Ze bekijken de plannen en geven advies om ervoor te zorgen dat ze goed zijn voor het milieu en de natuur.

Het budget voor het realiseren van de plannen komt van verschillende bronnen. Het Rijk heeft aan de provincies gevraagd om plannen te maken voor natuur, water en klimaat onder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant heeft besloten om twee pakketten met maatregelen samen te stellen, genaamd "duurzaam perspectief voor de landbouw" en "natuur- en waterherstel". Deze pakketten omvatten verschillende maatregelen zoals herstel van bodem- en watersystemen, extensivering van landgebruik, en emissiereductie. De financiering hiervoor komt deels van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Verder zal financiering komen van het Landelijk Programma Natuur (LPN) voor natuurherstelmaatregelen. De totale kosten zullen worden uitgewerkt in het voorontwerp van het Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG).

Het uitvoeren van maatregelen zal niet overal tegelijk beginnen. Veel maatregelen voor het herstel van de natuur, bijvoorbeeld in het Natura 2000-gebied, zijn al in de afgelopen jaren uitgevoerd. Maatregelen in het landelijke gebied worden lokaal uitgevoerd en elk gebied volgt zijn eigen planning. Lopende projecten gaan door en dus kan er op elk moment ergens gestart worden. We houden mensen op de hoogte van de projecten die in uitvoering gaan via nieuwsbrieven en de website.

Op dit moment wordt onderzocht op welke manier nieuwe plannen getoetst kunnen worden. Daarbij is het leveren van een bijdrage aan één of meerdere doelen van belang.

De gebiedsvisie geeft richtlijnen voor verschillende overheden, zoals gemeenten, waterschappen en de provincie. Het hangt af van deze richtlijnen hoe ze worden opgenomen in beleid en plannen, en welke overheid hiervoor verantwoordelijk is. De gebiedsvisie wordt uiteindelijk vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant.

Op dit moment kunnen we geen vergunningen verlenen voor activiteiten die zorgen voor meer stikstof op plekken waar al te veel is. Voor deze gebieden moeten eerst maatregelen komen die de stikstof verminderen en waarvan we zeker weten dat ze werken. Dit is nodig om de natuur te beschermen, volgens de wet. Maar op andere gebieden zit het buitengebied niet vast. We werken samen om natuur te herstellen en stikstof te verminderen, zodat er meer mogelijk wordt in het buitengebied. En ja, we doen metingen om te zien hoe het gaat en om te kunnen bijsturen.

Ja, we doen regelmatig metingen om te kijken hoe het met de natuur gaat en om te kunnen bijsturen als dat nodig is. De Natuurdoelanalyse is gebaseerd op deze metingen, die regelmatig herhaald worden. De waterschappen houden ook de waterkwaliteit in de gaten op verschillende plekken. En de provincie let goed op ons grondwater door middel van meetnetten, zowel voor de hoeveelheid (grondwaterstanden en stijghoogten) als voor de kwaliteit (chemische samenstelling). Zo kunnen we goed zien hoe het ervoor staat en wat er verbeterd moet worden.

Ja, we gebruiken de Mutual Gains Approach (MGA) vaak bij gebiedsontwikkelingen. Deze methode zoekt naar oplossingen waar alle betrokkenen iets aan hebben. Tijdens het proces in het gebied wordt deze aanpak toegepast. We kijken naar de belangen van alle partijen en proberen oplossingen te vinden die voor iedereen voordelig zijn, zodat we allemaal winnen.

In de stuurgroep, waar bestuurders van alle betrokken partijen samenkomen, worden besluiten genomen en afspraken gemaakt. Hoe lang deze afspraken geldig blijven, hangt af van het onderwerp en de politieke keuzes die gemaakt worden.

Dankzij de gebiedsgerichte aanpak worden projecten nu op een meer samenhangende manier aangepakt. De betrokken partijen werken samen en helpen elkaar bij het uitwerken van plannen voor projecten. Projecten die voorheen vastliepen kunnen nu worden uitgevoerd en dragen bij aan de ontwikkeling van het gebied.

Ja, de gebiedsgerichte aanpak moedigt juist initiatieven van bewoners, ondernemers, verenigingen, enzovoort aan. We brengen verschillende initiatieven samen en integreren deze in onze plannen.

Openbare informatiebijeenkomsten worden op deelgebied- of projectniveau georganiseerd. Via de nieuwsbrief en website wordt u op de hoogte gehouden van deze bijeenkomsten.

Er zijn veel dingen die mensen kunnen doen om te helpen bij duurzaamheid. Dit kan variëren van het verminderen van water- en energieverbruik thuis tot het deelnemen aan lokale opruimacties. Ook het verminderen en scheiden van afval en het gebruik van duurzame producten kan een verschil maken. Het is altijd goed om lokale initiatieven te ondersteunen en deel te nemen aan activiteiten die gericht zijn op het beschermen van het milieu. Voor meer specifieke informatie kunt u kijken op de website van uw gemeente, IVN of lokale natuur- en milieuverenigingen.

De gebiedsgerichte aanpak is een werkwijze waarbij op een integrale manier met relevante stakeholders in het gebied wordt gekeken wat de beleids- en gebiedsopgaven zijn, en hoe deze behaald kunnen worden. Het is daarbij van belang dat gebiedskennis wordt benut. In eerste instantie worden de overkoepelende gebiedspartners betrokken. In de fase van visievorming worden ook de directe stakeholders (agrariërs/ondernemers, grondeigenaren en bewoners) betrokken.

Betrokken partners (deelnemers werkgroep en stuurgroep):

  • gemeente Oirschot
  • gemeente Tilburg
  • gemeente Oisterwijk
  • gemeente Boxtel
  • Waterschap de Dommel
  • BPG Vereniging landelijk Brabant
  • ZLTO
  • Natuurmonumenten
  • Brabants Landschap
  • provincie Noord-Brabant

Betrokken partners (agendalid)

  • Brabant Water
  • Van Gogh Nationaal Park
  • Agrarisch Collectief Midden-Brabant
  • Bosgroep Zuid-Nederland

Deze partijen zijn al lange tijd betrokken in het gebied, weten goed wat er leeft en speelt én wat er nodig is om het gebied in zijn kracht te zetten.

De gebiedsgerichte aanpak en de omgevingsvisies van gemeenten zijn met elkaar verbonden. Binnen de gebiedsgerichte aanpak ontwikkelen we een zogenoemde ‘gebiedsvisie’. Deze gebiedsvisie zegt iets over hoe de ruimte in deelgebieden ontwikkeld moet worden. Deze deelgebieden liggen in het grondgebied van gemeenten. Daarom wordt de gebiedsvisie gebruikt als input voor het omgevingsbeleid van verschillende overheden, zoals de betrokken gemeenten. Dit betekent dat de plannen die worden gemaakt voor de gebieden invloed hebben op hoe de gemeenten hun omgeving willen vormgeven.

De relatie tussen het gebiedsproces Oostflank en de gebiedsgerichte aanpak van de Kampina en Oisterwijkse Vennen is dat ze met elkaar worden afgestemd. Als de plannen en doelen van beide processen niet helemaal overeenkomen, dan wordt dit besproken door ambtenaren en bestuurders om tot overeenstemming te komen.

De overheid wil het percentage natuurinclusieve- en biologische landbouw vergroten. De opgave binnen de gebiedsgerichte aanpak is om doelen te behalen voor onder andere Natura 2000. Natuurinclusieve landbouw is één van de transitiepaden om de doelen te behalen. 

Iedere agrariër die mee wil praten, mag meedoen aan de gebiedsgerichte aanpak. Op dit moment worden er bijeenkomsten gehouden waarbij agrariërs aan tafel kunnen zitten en hun mening kunnen geven. Als een agrariër niet is uitgenodigd voor zo'n bijeenkomst, maar toch wil meedoen of ideeën heeft, kan hij of zij zich aanmelden via de website.

We proberen agrariërs een perspectief te bieden door verschillende mogelijkheden aan te reiken. Sommige agrariërs kunnen ervoor kiezen om te stoppen met hun bedrijf, anderen kunnen overstappen naar een andere vorm van landbouw, zoals duurzame landbouw. Ook kunnen agrariërs hun bedrijf vernieuwen met nieuwe technologieën of hun bedrijf verplaatsen naar een andere locatie. Het is belangrijk dat er genoeg grond beschikbaar is voor deze veranderingen. Agrariërs die stoppen met hun bedrijf kunnen hun grond beschikbaar stellen voor andere agrariërs. Daarnaast moeten agrariërs die blijven boeren genoeg geld kunnen verdienen. Als een agrariër wil overstappen naar duurzame landbouw, helpen we hen daarbij.

Elke ondernemer kiest zelf hoe hij zijn bedrijf wil veranderen, binnen wat mag volgens de wet. Naast de persoonlijke omstandigheden zal ook de locatie van het bedrijf en de omgeving daarbij een belangrijke rol spelen. Niet elke verandering is op elke locatie perspectiefvol en volhoudbaar.

Er is niet veel ruimte beschikbaar, en het krijgen van grond is heel belangrijk voor het bereiken van doelen. Er liggen verschillende opgaven vanuit, water, natuur, landbouw, woningbouw en de energietransitie. Deze opgaven vragen allemaal om ruimte, en zorgen ervoor dat er keuzes gemaakt moeten worden. Sommige opgaven zijn ruimtelijk te combineren, maar dat zal niet altijd mogelijk zijn.

Rondom de Natura 2000-gebieden zal de samenhang tussen natuur en landbouw versterkt worden. Een goede samenwerking tussen agrariërs en natuurorganisaties is daarbij van belang. Daarom zitten binnen de gebiedsgerichte aanpak vertegenwoordigers van beide groepen samen met andere betrokkenen aan tafel. Als de samenwerking tussen individuele agrariërs en natuurorganisaties niet goed gaat, kunnen ze dit bespreken in de stuurgroep.

Het gebied rond de Nieuwedijk en de Broekstraat is één van de clustergebieden waar de keukentafelgesprekken gaan lopen. Hier zal dit ook in meegenomen worden.

Ja, de gemeenten Boxtel, Oirschot, Oisterwijk en Tilburg hebben al beleid gemaakt over recreatie. Dit bestaande beleid wordt als input gebruikt voor de gebiedsvisie.

Ja, er is ruimte voor recreatief ondernemerschap rondom het Natura 2000-gebied, voor de mogelijkheden wordt verwezen naar het beleid van de betreffende gemeenten op dit thema.

Ja, dat gebeurt door het Natuurnetwerk Brabant te realiseren, ecologische verbindingszones aan te leggen en ervoor te zorgen dat er natuur en water door het landelijk gebied loopt. Op die manier worden overgangszones tussen natuurgebieden aantrekkelijker gemaakt voor mensen die willen recreëren.

Ja, in de Kampina heeft Natuurmonumenten enkele gebieden afgesloten voor bezoekers omdat de natuur daar kwetsbaar is. Gebieden zoals Smalbroeken, Bisschopsvelden, Papenhoefsveld en een bosreservaat zijn niet toegankelijk. Ook de beemden van de Logtse Velden zijn afgesloten. Langs veel vennen zijn bordjes geplaatst die aangeven dat betreden verboden is.

In de Oisterwijkse Bossen en Vennen is een deel van het bosgebied rondom het Kolkven aangewezen als rustgebied voor dieren. Deze paden zijn al 20 jaar afgesloten. Dit was nodig vanwege de grote drukte van recreanten in het gebied. Het reewild had overdag niet genoeg plekken om tot rust te komen.

Ja, in de gebieden die afgesloten zijn voor bezoekers (zie antwoord op vorige vraag) mogen ook geen honden komen. In de rest van het gebied zijn honden welkom als ze aangelijnd zijn. Loslopende honden zijn niet toegestaan.

Ja, zeker! Er zijn verschillende manieren waarop ze kunnen helpen. Bijvoorbeeld door met de fiets of te voet naar het natuurgebied te gaan in plaats van met de auto. Als u toch met de auto komt, kunt u het beste buiten het natuurgebied parkeren. Verder kunnen bezoekers ook helpen door de poep van hun hond op te ruimen (dat helpt tegen stikstofoverlast), zich aan de regels te houden en geen afval achter te laten. Zo kunnen recreanten bijdragen aan het behoud van het gebied.

In de Kampina en de Oisterwijkse Bossen en Vennen is het enkel toegestaan om te wandelen en fietsen (op speciale paden). Deze activiteiten zijn rustig en passen goed bij het behoud van de natuur. In de Oisterwijkse Bossen en Vennen staat Natuurmonumenten iets meer recreatie toe, maar mountainbiken past niet goed in het gebied omdat de wandelroutes al erg druk zijn. Het zou te veel problemen geven als mountainbikers daar ook zouden rijden. Daarom biedt Natuurmonumenten in een ander natuurgebied, de Loonse en Drunense Duinen, wel speciale mountainbikeroutes aan.

Er worden werksessies georganiseerd om het onderwerp recreatie verder te bespreken. Daarvoor zijn alle gebiedspartners uitgenodigd. Daarnaast doen HISWA/RECRON en Visit Brabant mee aan de gesprekken, en worden ook recreatiebedrijven in het gebied gevraagd om hun mening.

Het is niet nodig om minder mensen toe te laten. Iedereen moet kunnen genieten van het natuurgebied. Maar het is wel belangrijk om manieren te vinden om de hoeveelheid recreanten te reguleren, zodat kwetsbare gebieden worden ontzien en er minder druk ontstaat.

Ja, mensen mogen nog steeds vissen in het Kolkven. Maar ze hebben wel een vergunning nodig van de lokale hengelsportvereniging. En ze mogen alleen vissen op het deel waarvan de vereniging het visrecht heeft gekregen.

Er wordt momenteel onderzocht hoe het aantal auto's dat naar het Natura 2000-gebied komt, kan worden verminderd. Dit gebeurt binnen het thema recreatie, waarbij wordt gekeken naar verschillende mogelijkheden en richtlijnen om dit te bereiken.

Het vele regenwater dat in de eind 2023 en begin 2024 is gevallen, zorgt ervoor dat het grondwater dat dicht onder de oppervlakte zit, stijgt en deze stand langere tijd hoog blijft. Dit kan helpen bij het aanvullen van het diepere grondwater waar ons drinkwater vandaan komt. Maar het proces gaat langzaam, omdat in onze grond kleilagen zitten waar het grondwater moeilijk doorheen loopt. Het is niet precies bekend hoeveel de recente neerslag bijdraagt aan het aanvullen van het diepere grondwater, omdat het van veel verschillende dingen afhangt.

Het heet een ‘Natte Natuurparel’ omdat de natuur hier afhankelijk is van voldoende grondwater en een goede waterkwaliteit. Maar het verdrogen van de natuur in de Kampina is al jaren een groot probleem. We werken daarom samen met diverse partijen aan het herstel van water en natuur. Voor meer informatie over de Kampina en de noodzaak van vernatting, verwijzen wij u naar de website van Waterschap De Dommel. 

Er zijn veel definities voor ‘natuur’. In de gebiedsgerichte aanpak gaat het vooral om de natuurwaarden of omgevingskenmerken die beschermd zijn onder de Wet Natuurbescherming, de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000), die behoren tot bijvoorbeeld het Nationaal Natuurnetwerk, het Natuurnetwerk Brabant, en soorten en leefomgevingen die bedreigd of beschermd zijn.

We proberen dit vooral te bereiken door verschillende dingen aan te pakken, zoals verdroging, te veel voedingsstoffen in de grond, vervuiling en het opdelen van het landschap. We willen ook de variatie in het landschap vergroten. Hiervoor moeten we het hele systeem herstellen, speciale regels maken om het milieu te beschermen, populaties met elkaar verbinden en het beheer zo aanpassen dat het landschap diverser wordt en beter past bij het gebied. Bij het herstellen van het systeem denken we aan dingen zoals het verbeteren van de waterhuishouding, het verminderen van de stikstofbelasting en het verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, of het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater.

Dat komt door verschillende redenen. Soms worden bomen weggehaald om te voorkomen dat open stukken grond (zoals heide) weer vol groeien met bomen. Ook kunnen ze bomen weghalen om dichtbegroeide heide of zandvlaktes weer open te maken. Soms worden bomen weggehaald om open stukken grond met elkaar te verbinden. En soms doen ze dit om te voorkomen dat er te veel water verdampt door het bos, of om te zorgen dat er niet te veel bladeren in de vennen vallen. Ook kunnen ze bomen weghalen om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren doordat dode bomen omvallen. Dit zijn maar een paar redenen waarom ze bomen kappen.

Ja, voor het Natura 2000-gebied wordt dit gedaan. Informatie over de staat van de natuur en hoe het wordt gecontroleerd, staat in de Natuurdoelanalyse van het gebied. De eerste metingen werden gedaan rond de periode waarin het gebied werd aangewezen als Natura 2000-gebied, rond 2013. Er werden vegetatie- en vennen monitoringen uitgevoerd. In 2020 werd een nieuwe vegetatiemonitoring gedaan. Voor dierensoorten zijn er in verschillende jaren onderzoeken gedaan naar specifieke soorten broedvogels, winter- en watervogels, libellen, vissen, amfibieën en insecten.

Lees hier meer.

De wolf is wettelijk beschermd in Nederland. Wolven die zich eventueel in het gebied zouden vestigen, vallen ook onder die bescherming.

 

Contact

Neemt u voor vragen, opmerkingen, tips of ideeën gerust contact op.

Contact opnemen ›

 

 
Cookie-instellingen